
ONDER PROFESSOREN
-
Reactie van PROF. DR. CEES RIJNVOS, (economie en filosofie) hoogleraar algemene economie en openbare financiën, decaan faculteit rechtsgeleerdheid en rector magnificus van de Erasmus Universiteit te Rotterdam, nu Erasmus School of Law, lid Eerste Kamer en Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid:
'Een ambitieus plan, zo'n historische roman over 'geld, macht en seks in de middeleeuwen'. Maar ik ken je scherpe analytische vorsingen en vasthoudendheid als advocaat in combinatie met je frivoliteit als fabelschrijver en je heldere columns van destijds. En dat geeft me het vertrouwen in een grondig en tegelijk prettig leesbaar boek'...
-
Reactie van PROF. J.TH. VAN HECK, classicus, hoogleraar in Leiden, Rome-kenner en reisleider aldaar bij uitstek, adviseur van het Vaticaan:
'Na het Vaticaans Concilie zou er van alles blijvend veranderen in de kerk van Rome. Ik ken die kerk van nabij, en denk dat die veranderingen op de lange duur niet zullen overleven'...
-
Reactie van PROF. MR. CAREL ADRIAANSENS - hoogleraar Universiteit Maastricht, sectie Privaatrecht, en advocaat - op boek deel 1, 'Het Paard van Rome':
'Heb je boek uit. Dit is adembenemend goed! In één ruk uitgelezen. Heel bijzonder! Fascinerend college in rechtsgeleerdheid, oude en nieuwe geschiedenis, filosofie, psychologie, seksuologie en zo veel meer dan ik in al mijn opleidingen geleerd heb. Bovendien smakelijk en toegankelijk geschreven. Dit zou elke leraar geschiedenis en klassieke talen zou moeten lezen. Mijn oprechte complimenten!...
​
-
Reactie op boek deel 1, 'Het Paard van Rome', van PROF. MR. ELTJO SCHRAGE (hoogleraar Romeins recht VU en Privaatrecht aan de UvA, Honorary professor aan de Nelson Mandela Metropolitan University in Port Elizabeth in Zuid-Afrika, en raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof te Amsterdam):
'De periode die je beschrijft is mij, zij het vanuit een geheel ander perspectief, wel enigermate vertrouwd. Jouw frequente wisseling van perspectief houdt mij grondig bij de les, en dat maakt de lectuur des te spannender. Je overvloedig gebruik van mij soms wel, soms niet bekende citaten maakt voor mij de lectuur heel levendig.
Zo heb ik in mijn oratie aan de VU van destijds de nodige aandacht besteed aan de Franciscaanse Armoedestrijd, zodat het door jou vermelde onderscheid tussen Conventionelen en Spiritualen bij mij tal van herinneringen oproept. Een andere boeiende herinnering zie ik, bijvoorbeeld, op pagina 56: "Dum calidum fuerit, debetur cudere ferrum". Jouw eigengemaakte aforismen zijn overigens van een aanzienlijk hoger niveau en geven dikwijls stof tot gedachtenwisseling.
Iets dergelijks zag ik bij jouw navrante metafoor op pagina 138. Zou het toevallig zijn dat Theodorik Odoaker uitgerekend op de Idus van de maand maart uitnodigt voor het diner dat zijn gast fataal zou worden? Of zou er een associatie met de sterfdag van Caesar (eveneens de Idus van maart) te vinden zijn?
Enfin, zo roept je tekst op tal van punten stof voor discussie naar boven. Hopelijk vinden we daartoe nog eens de gelegenheid.'...
-
Compilatie van uitgebreide briefwisseling met PROF. GER GROOT filosoof, schrijver en recensent, over boek deel 1 'Het Paard van Rome':
'Inmiddels heb ik een flink deel gelezen, enigszins overweldigd door de enorme veelkleurigheid aan stemmen, tekstvormen en perspectieven die zich daarin aftekenen. Het boek steunt duidelijk op een enorme kennis, die vanuit een veelheid van invalshoeken naar voren komt. Dat maakt het lezen tot een steeds verrassende ervaring, die de nieuwsgierigheid gaande houdt naar wat er nog komen moet...
Puntsgewijs: Je wijst - o.a. in je interviews - op het feit dat de geschiedenis zich in een aantal opzichten herhaalt. Dat is ongetwijfeld waar. ‘Door die verschijnselen door de eeuwen heen met elkaar in verband te brengen en te vergelijken,’ schrijf je, ‘worden weerkerende cycli in een ‘materiële continuïteit’ zichtbaar; en juist die zich steeds actualiserende patronen maken de geschiedenis voor de lezer interessant; die overziet dan de brij van feiten en jaartallen, en krijgt vat op de geschiedenis.’ Of je daarom ook de toekomst kunt voorzien, zoals je in hetzelfde interview zegt, weet ik niet. In de geschiedenis spelen naast algemene lange-termijnontwikkelingen óók toevals-elementen een rol. Historici zijn inmiddels weer een beetje teruggekeerd naar het idee dat, tegen een ontegenzeglijke achtergrond van lange lijnen, het optreden van individuen de geschiedenis óók een min of meer beslissende wending kan geven. En individuen zijn altijd singulier.
Terecht merk je dan ook op dat de geschiedenis zich wel herhaalt, maar ‘nooit precies hetzelfde, maar als op rijm’. Je verwijst daarvoor o.a. naar de klimaatverandering, die ook in de 14de eeuw al voorkwam (opwarming), en later weer in haar tegendeel omsloeg. Dat is zeker het geval. In de roman ‘Orlando’ werkt Virginia Woolf (die daarvoor o.m. te rade ging bij botanici) dat ook uit...'
Parallellen en hedendaagse begrippen: 'Misschien beoog je daarmee de lezer juist met zijn neus op de parallellen te drukken, ongeveer zoals Pé Hawinkels in zijn vertaalwerk bewust hedendaagse begrippen binnensmokkelde om de lezer een por te geven (In zijn vertaling van Antigone liet hij Haemon ooit niet begraven ‘buiten de stad’ maar ‘buiten de bebouwde kom’: een meestervondst, vind ik).
Bijna lijk je met je overdaad aan voetnoten de roman te willen koppelen aan een tekstgenre dat daar vreemd aan is, of – anders gezegd – een veeleer wetenschappelijk teksteigen romanesk te willen rehabiliteren. Misschien een beetje zoals Joyce dat in Ulysses heeft gedaan... Tussen dat alles door raakt de lezer gemakkelijk de weg kwijt en gedesoriënteerd. Dat kan natuurlijk de bedoeling van het boek geweest zijn (daar zijn ook andere voorbeelden van, zoals de roes-opwekkende roman ‘De uitvinding van de wereld’ van Olivier Rolin).
Blijft staan dat ik bewondering heb voor je tegelijk brede en diepgaande kennis van zaken ten aanzien van de periode die je beschrijft, en de standvastigheid waarmee je te midden van je kaleidoscopische vertelling overeind blijft'...
-
Reactie van MR. BAUKE GEERSING, achtereenvolgens legerofficier, lector aan de faculteit rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen, wetenschappelijk publicist in diverse tijdschriften, adviseur en commissaris van diverse bedrijven, directeur van de NOS en adviseur internationale omroepen, adviseur van de Raad voor de Journalistiek, schrijver van diverse artikelen en boeken over de Nederlandse kolonialisatie en dekolonisatie, mede-oprichter van het Onafhankelijk Onderzoeksgenootschap enz., over boek deel 1, 'Het Paard van Rome', en deel 2, 'De Kardinale Vraag':
Ik ben jouw eerste boek opnieuw aan het lezen om enkele delen nog eens tegen het licht te houden, nu ik na het lezen van het tweede boek nog wat wilde terugbladeren. Mijn bevindingen vat ik als volgt samen:
‘Ik vind de gekozen structuur; de biechtstoel als verteller; de ontwikkeling van de relatie tussen Eletta en Pietro, met de uitlopers naar hun familiegeschiedenis; de wijze waarop paus Clemens V wordt beschreven in zijn familiecontext; zijn relatie met zijn vertrouwenspersoon, zijn dierbare vriend McCullerne, in de historische context en de bredere beschrijving van de maatschappelijke ontwikkelingen van toen, een prachtige vondst.
Jouw beide boeken kennen veel filosofische lagen die aansluiting aanbrengen met de tegenwoordige tijd. Daardoor wordt de waanzinnige 14e eeuw een spiegel voor de waanzinnige 21ste eeuw. Dat verband werk je voortdurend uit en je schroomt niet om zelf daarover opvattingen te formuleren, die altijd grondig zijn onderbouwd.
Indringend vind ik door jouw gebruik van aforismen, illustrerend dat de lessen uit de geschiedenis, van zoveel eeuwen geleden, nog steeds actueel zijn. Soms bekroop mij een onrustig gevoel, omdat dit inzicht ook illustreert hoe gedachtenloos er wordt gehandeld en geen lering wordt getrokken uit die geschiedenis. Hoewel Voltaire eens moet hebben gezegd dat de geschiedenis zich nooit herhaalt, de mens altijd, meen ik toch dat jij illustreert dat Voltaire preciezer had kunnen zijn. Jij maakt in jouw boeken duidelijk dat de mens eraan bijdraagt dat de lessen uit de geschiedenis onvoldoende worden getrokken en in die zin de geschiedenis zich wel herhaalt, namelijk dat de destijds blijkende fundamentele fouten zich nu niet hadden behoeven te herhalen als er lering uit was getrokken en die les was doorgegeven. Jouw beschrijving van de ontwikkelingen van het klimaat toen en nu illustreren dat.
Jouw boeken tonen een diepgaand onderzoek als basis voor deze historische romans. Zoals je het afwegings- en besluitvormingsproces van Clemens V beschrijft m.b.t. de positie van de RK-kerk toont dat je meer biedt dan een historische beschrijving, en ook van hoe zo’n ingrijpend project wordt aangepakt, ontwikkeld en kan worden voltooid en straks uitgevoerd. (p.178, 'De Kardinale Vraag').
De psychologische beschrijvingen van de hoofdpersonen verrijken de boeken aanzienlijk. Hier is de schrijver zelf de verteller, zo kwam het mij voor.
De boeken hebben ook veel waarde als filosofische werken door de uitwerkingen die erin staan. Vooral de beschrijving over de dualiteit en de ermee verbonden logica vond ik mooi en verhelderend. Ik beperk mij tot enkele passages in jouw tweede boek: 'De waarheid ligt in de nuance, zoals met alles,' lees ik instemmend op p.22 ('De Kardinale Vraag'). 'Een ieder wil zich nu eenmaal bevestigd zien' (p.46). 'Alles komt voor wie weet af te wachten' (p.47). 'Alles is immers subjectief en niet te objectiveren' (p.95). 'Dat komt neer op een verdraaiing van de oorspronkelijke teksten; dus gewoon geschiedvervalsing en valsheid in geschrifte' (p.142). '…wanhoop en wantrouwen te zaaien, vooral onder het mom van verdediging van bepaalde waarden' (p.144). 'Als iemand je ‘de waarheid’ vertelt, ga dan op zoek naar de waarheid àchter die waarheid; die is er altijd' (p.334). 'Als de herder dwaalt, dolen de schapen; als hij fout afslaat, volgt de kudde.' (p.358). Veel aspecten heb ik nu niet aangestipt.
Wat mij trof was jouw oproep Clemens V te rehabiliteren (p.303). Hier zit een aansluiting met mijn boek over kapitein Raymond Westerling die volgens mijn onderzoek ook rehabilitatie verdient.
Kortom jouw boeken zijn een queeste naar de waarheid die meer is dan jouw waarheid; de waarheid omtrent de geschiedenis van die waanzinnige 14e eeuw.
Ik heb beide boeken met veel genoegen gelezen, ze hebben mijn denken en dus mijn leven verrijkt.
Ik vind het meesterwerken die een ieder met belangstelling voor geschiedenis, filosofie, de grote uitdagingen van een waanzinnig tijdperk, zou moeten lezen.
Zou dat gebeuren, dan zou ons een beter lot kunnen wachten.
© 2022 par QUIDO QUIRINI